Menu

Naar de lijst

Start van de Poëzieweek

Gepubliceerd op
schrijven

Het grootste poëziefeest van de Lage Landen wordt in 2022 voor de tiende keer gevierd van 27 januari tot 2 februari. Wij riepen jullie, de inwoners van Hemiksem, op om zelf in de pen te kruipen! We gingen op zoek naar gelegenheidsdichters die zich geroepen voelden om een stukje poëzie te schrijven over Hemiksem. Hieronder vind je alle inzendingen. 


Hemiksfeer

Feestelijk fietsende fietsers,

Zwenkend over de groene kaai.

Kijkend naar de glazen torens,

Opgetrokken uit het rijke ochtenddauw.

Slaperige glazen torenwoners,

Sippen het eerste ochtendzwart.

Kijkend naar de feestelijke fietsers.

En wetend - toch misschien-

'Ik denk dat het straks nog regent'.

Eleni Rombauts


15 huisartsen die voor ons zorgen 

Een gezellige markt elke woensdagmorgen Ne judoka uit de Varenstraat werd wereldberoemd 

En niemand die weet hoe de Ronny zijn frituur noemt 

Een voetbalploeg in’t groen en wit 

Op 20 minuten in’t stad met 1 treinrit

Volleyballers op een hoog niveau 

Ene keer in’t jaar geven turners ne show 

Een harmonie dat elk lieke kan spelen 

Scouts of Chiro, de jeugd zal zich niet vervelen 

3 lagere scholen voor uwe kleine zijn intellect

Ontelbare cafés waar menig Rupelvolk naar trekt 

Pizzeria’s, frituren en Chinese restauranten

Ne gazettewinkel of de Q8 voor onze dagelijkse kranten 

Een doe-het-zelf-zaak over een schrijnwerkerij 

Een trendy zomerbar vlak neffest d’abdij

Boodschappen doen in den Aldi of den Okay

Bakkers bij de vleet voor ne verse pistolet 

Na lang wachten terug nen beenhouwer voor ne verse steak 

Hemiksem, de parel van de Rupelstreek 

Jelle Mast


Helemaal Hemiksem 

Verguisd, versleten, en vergeten… 

Vernieuwd, verrezen en volprezen 

D’abdij, Gilliot en Depot Deluxe 

Getuigen van een groots verleden 

Ook Park Den Akker en Callebeekbos 

Met visput en duizend en meer bomen 

Het ochtendgloren priemt door ’t takkenbos En al wat leeft, kan er komen dromen 

Ik zou daar wel een boom kunnen zijn

Dik of dun, groot of klein 

In herfst of winter geen chagrijn 

Kaal en koud, hoe heerlijk kan ‘t zijn 

Lente en zomer mooi en fraai 

Dit in één seizoensomdraai. 

Zaden, sappen, bruisend leven 

Dag kreupelhout, wacht maar even 

Niets toch is des mensen vreemd 

Wat men ook maar onderneemt 

In Hemiksem is er steeds wat gaande 

Eén schril contrast: bomen sterven… staande!

Walter Van den Bogaert


Gouwfeest turnkring Mortsel-Hemiksem 

Ik was ongeveer 9 jaar en woonde in Mortsel.

Kort geknipt haar, maar geen weerborstel. 

We stonden in groep te wachten in de Lindelei. 

En onder mijn pantoffel voelde ik een kassei. 

We gingen in optocht naar een heel groot plein. 

Ik kon toen niet weten, dat hier ooit mijn toekomst zou zijn. 

Vele jaren later, leerde ik mijn man kennen. 

En ik moet bekennen. 

‘t Was niet in café de Kivu. 

Toch had ik een déjà vue. 

Het voelde aan als een feest.

Want ik wist, dat ik ooit eerder in Hemiksem was geweest. 

Lutje Van Hecken


Hemiksem heeft

Hemiksem heeft een station, dat rijdt als van haar perron met haar passagiers met vooraan de eerste wagon.

Hemiksem heeft meer dan één goede frituur en bakker daarvoor blijf je graag heel vroeg of laat wakker.

Hemiksem heeft heel wat prachtig groen, dat er leeft.

Hemiksem heeft een bibliotheek waar uit je graag leest en iets ontleent.

Hemiksem heeft een lokale supermarkt waar je hartelijk wordt geholpen als klant.

Hemiksem heeft toch wat inwoners waaraan deze gemeente graag iets aan teruggeeft.

Hemiksem heeft ook cultuur en natuur waarom ze geeft.

Hemiksem heeft een organisatie die heel wat organiseert.

Christo Anagnostu


Witte gans

Nu we je een nieuwe stek gaven,

Zijn groot en klein wat uit balans,

Echter op het kasteeldomein geef jij gansje de slotgracht wat meer glans,

Je vindt er zeker een levenspartner,

Een nieuwe paringskans met dito dans,

Ooit werd je zomaar achtergelaten op het grasveld van het AC,

Je kon er naar hartenlust drinken uit de poel zonder grazend vee,

Het was er s ’avonds ook steevast je toevluchtsoord, zeer gedwee,

Vos noch marter zou je er s ’nachts kunnen pakken,

Alleen andere eenden komen mee in het water ‘kwakken’ ,

Dagdagelijks bleven jong en oud je aanstaren, kortom even in dat hoekje plakken,

Om je te voederen, uitdagen, beetje plagen,

Jij dan nek strak vooruit en vooral blazen, weinig kwaken,

Dat snateren en waggelend wiegend met de vleugels klapwiekend is niet zo fijn,

Menigeen zag ik dan denken : ‘Maken dat we weg zijn !‘

Op een dag jou wegvangen liep niet direct op wieltjes,

En vluchtte de eerste vangpoging tussen twee personeelszieltjes,

De tweede keer was wonderwel raak,

We hadden je stevig vast bij uwe oranje kwaak,

Voor jou heel even geen vermaak,

Tot vreugde van de kasteelbazin,

Het mooie domein: je nieuwe sit in.

Jeroen Jacob


;